Meer dan Job is hier

In de Praktijk 2025-12-14

Wat God van Job vindt

1:1 Er woonde in het land Uz een man die Job heette. Hij was een goed en eerlijk man en diende God. Hij deed geen slechte dingen. (BB)


42:7 Nadat de Heer deze dingen tegen Job had gezegd, zei Hij tegen Elifaz: “Ik ben woedend op jou en je twee vrienden. Want er klopt niets van wat jullie over Mij hebben gezegd. Job had wél gelijk in wat hij over Mij zei. (BB)

Job: terugblik

  • H1-H2 Proloog
  • H3-H37 de ‘gesprekken’ met Elifaz, Bildad, Sofar en Elihu
  • H38 - H41 God spreekt tot Job vanuit een storm (onweer SV)
  • H42 Job krijgt vrede met God, doet voorbede voor zijn vrienden, krijgt herstel

Job

  • geen eenvoudig bijbelboek vanwege
    • onderwerpen als
      • het zwijgen van God
      • het lijden van de rechtvaardigen
    • het taalgebruik
    • de stijlvorm (poëzie)
    • wie, waar, wanneer?

Schriftlezing Job 2: 11-13

11 Toen de drie vrienden van Job van al dit onheil, dat hem overkomen was, hoorden, kwamen zij, elk uit zijn woonplaats: Elifaz, de Temaniet, Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naämathiet. Zij spraken met elkaar af om naar hem toe te gaan om hem hun medeleven te betuigen en hem te troosten.
12 Toen zij hun ogen van veraf opsloegen, herkenden zij hem niet. Zij begonnen luid te huilen; daarbij scheurde ieder zijn bovenkleed en ze strooiden stof naar de hemel over hun hoofden.
13 Zo zaten zij met hem op de aarde, zeven dagen en zeven nachten. Niemand sprak een woord tot hem, want zij zagen dat het leed zeer hevig was.

Job 3 (Job)




W A A R O M ?

Job 4-5 (Elifaz)



H4 Nooit komt iemand onschuldig om, geen mens voor God rechtvaardig


H5 Gods bestraffing is er niet voor niets, vertrouw Hem en alles komt goed

Job 6-7 (Job)

H6 Zwaar teleurgesteld in de woorden van zijn vrienden die zijn lijden onderschatten

vs14(HSV) Wie wanhopig is, (mag) van zijn vriend goedertierenheid (verwachten); of hij zou de vreze van de Almachtige verlaten.

vs14(BB) Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood, heeft geen ontzag voor de Almachtige God.

H7 Jullie begrijpen niets van mijn leed.
      En God, wat doet U mij aan?

Job 8 (Bildad)



Vraag het de vorige generaties: als jij … dan zal God …

Job 9-10 (Job)



H9 Tegen de Almachtige is niets in te brengen, dat geldt rechtvaardigen en onrechtvaardigen


H10 God, waarom hebt U mij geschapen om mij al deze dingen aan te doen? Een gebed in wanhoop

Job 11 (Sofar)



Dimmen Job, eerste je ongerechtigheden wegdoen, dan zal God het goed met je maken

Job 12-14 (Job)


H12 God heeft Zijn hand in alles wat gebeurt

H13 Waarom stellen jullie je op als Gods verdedigers?
vs8(HSV) Trekken jullie partij voor Hem? Voeren jullie een rechtszaak voor God?

vs8(BB) Kiezen jullie partij voor Hem? Denken jullie dat jullie Hem moeten verdedigen?

H14 Job spreekt God aan op hoe het een mens in zijn korte leven vergaat

Tekst prediking

Job 6:14 (BB)
Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood, heeft geen ontzag voor de Almachtige God.

Matt. 25:38-40
Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed? Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen? En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.*

Job 13:8
Trekken jullie partij voor Hem? Voeren jullie een rechtszaak voor God?